De rol van de vroedvrouw

Je zou de vroedvrouw (ander woord: verloskundige) de specialist op het gebied van de normale verloskunde kunnen noemen. Zolang een zwangerschap normaal verloopt, blijft een zwangere bij de vroedvrouw onder controle.

De belangrijkste taak van de vroedvrouw tijdens de zwangerschap is het opsporen van eventuele problemen of risico’s. Daarbij zal de vroedvrouw alles in het werk stellen om het normale verloop van de zwangerschap te bevorderen door voorlichting en advies te geven en de zwangere ook op psycho-sociaal gebied te begeleiden. Er zijn een aantal problemen tijdens normale zwangerschappen die de vroedvrouw zelf in de gaten houdt en eventueel behandelt, zoals bloedarmoede of maagklachten. Zodra er tijdens een zwangerschap een probleem ontstaat dat de vroedvrouw zelf niet goed genoeg kan beoordelen of behandelen, zoals bijvoorbeeld te hoge bloeddruk, zal de zwangere worden doorverwezen naar een gynaecoloog voor extra controle.

De gynaecoloog is de specialist op het gebied van de afwijkend verlopende zwangerschap. De gynaecoloog heeft die controlemiddelen en behandelmethodes tot zijn beschikking voor situaties waarin moeder en/of kind in gevaar (dreigen te) komen. Vaak wordt een zwangere na evaluatie door de gynaecoloog weer terugverwezen naar de vroedvrouw; in andere gevallen kan het wenselijk zijn ook voor de bevalling bij de gynaecoloog onder controle te blijven.

Na een normale zwangerschap volgt in de meeste gevallen ook een normale bevalling. Bij een normale bevalling is de vrouw die bevalt vrij in het kiezen van houdingen, manier, en plaats van bevallen. De vroedvrouw begeleidt deze bevalling bij de barende thuis en, als de vrouw daarvoor kiest, poliklinisch in het ziekenhuis. Ook tijdens de bevalling blijft de belangrijkste taak van de vroedvrouw het opsporen van risico’s voor moeder en kind. Daarnaast zal de vroedvrouw zorgen voor optimale omstandigheden voor een normaal verloop van de bevalling. Bij iedere barende zijn de omstandigheden en wensen anders en de vroedvrouw biedt persoonlijke begeleiding en ondersteuning om de barende op een voor haar passende manier bij te staan bij haar bevalling.

Er bestaat een kans dat zich alsnog problemen voordoen. Voor de evaluatie en behandeling van die problemen heeft de vroedvrouw verschillende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld de doptone om de harttonen van het kind in de gaten te houden en medicijnen om bij de moeder het bloedverlies binnen de perken te houden. Als er zich tijdens de bevalling problemen voordoen die de vroedvrouw onvoldoende kan beoordelen of behandelen, wordt de barende doorverwezen naar de gynaecoloog.

De eerste week na de bevalling noemen we het kraambed. Een normaal kraambed wordt thuis doorgebracht. Tijdens het kraambed herstelt de moeder van de bevalling en wennen de ouders aan de nieuwe situatie met een baby in huis. De baby zelf moet zich in die week ‘bewijzen’. Het kind moet de eigen temperatuur op peil houden, goed gaan drinken en de stofwisseling komt op gang. De kraamverzorgster komt in die week iedere dag een paar uur voor de medische controles en de verzorging van moeder en kind. Daarnaast helpt zij de jonge ouders op weg om de verzorging van het kind zelf te gaan doen. De vroedvrouw komt, afhankelijk van de situatie, om de paar dagen langs, spreekt de bevalling na, controleert hoe alles gaat en heeft de verantwoordelijkheid voor het te voeren beleid bij problemen. Ook hierbij sluit de vroedvrouw zoveel mogelijk aan bij de wensen en behoeftes van de betreffende ouders zodat zij een goede start kunnen maken met hun kind.

Bij problemen na de bevalling en in het kraambed, kan het nodig zijn dat de moeder alsnog wordt opgenomen op kraamafdeling van het ziekenhuis of de baby op de couveuseafdeling. Na ontslag uit het ziekenhuis komt de vroedvrouw dan weer thuis langs om de situatie te evalueren en, waar nodig, bij te sturen.

Ongeveer zes weken na de bevalling doet de vroedvrouw nog een laatste controle bij de jonge moeder. De nadruk ligt bij deze nacontrole op het herstel van de vrouw na haar zwangerschap en bevalling en het verloop van de ontzwangering. Daarnaast komt aan de orde hoe de jonge moeder haar zwangerschap, bevalling en de eerste tijd met haar kind heeft ervaren en hoe zij zich in het moederschap voelt.

Hopelijk geeft dit stukje een duidelijk beeld van de rol die wij als vroedvrouwen tijdens je zwangerschap spelen. Mochten daarover nog vragen zijn dan beantwoorden wij die graag tijdens het spreekuur.